Beleidspland Gemeente Beleidspland Gemeente
BELEIDSPLAN
 
Kerkrentmeesters Protestantse gemeente Simonshaven en Biert
 
Opgesteld: januari 2019
 
 
Termijn beleidsplan
 
De termijn waarop dit beleidsplan betrekking heeft is niet vooraf
vastgelegd, maar zal jaarlijks worden geëvalueerd op de vergadering van
het college van kerkrentmeesters.
 
 
Taakstelling van de Kerkrentmeesters
 
De taakstelling van de kerkrentmeesters is het waarborgen van de
voortgang van de eredienst met het daarbij behorende onderhoud van het
daarbij behorende onderkomen (het kerkgebouw) en de begraafplaats.
Voorts wordt een register van gemeenteleden bijgehouden en een
doopboek.
 
De taakstelling is als volgt verdeeld:
A. De bezoldiging van de predikant.
B. Onderhoud aan de kerkelijke gebouwen en bezittingen en de
     begraafplaats.
C. Geldmiddelen/inkomsten.
D. Uitgaven.
E. Toekomstverwachting.
 
Ad A: De bezoldiging van de predikant
De bestaande combinatie met de gemeente Hekelingen omvat ten tijde
van het schrijven van dit beleidsplan een predikantsplaats van 8/12,
waarvan 2/12 deel voor Simonshaven en 6/12 deel voor Hekelingen. De
bezoldiging van de predikant berust wat Simonshaven betreft derhalve op
2/12 predikantsplaats. Dit zal ook in de komende jaren zo blijven,
ongeacht een eventuele wijziging in het door Hekelingen gewenste deel.
 
Ad B: Onderhoud aan de gebouwen en bezittingen
1. Klein onderhoud wordt doorlopend verricht door vrijwilligers.
2. Groot onderhoud wordt onder meer verricht naar aanleiding van het
jaarlijkse inspectierapport van de Monumentenwacht, bij
buitengewoon onderhoud wordt tevens medewerking gevraagd van
de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen. Afhankelijk van het soort
onderhoud wordt dit ofwel verricht door derden ofwel door
vrijwilligers.
 
Ad C: Geldmiddelen / Inkomsten
Inkomsten worden gegenereerd uit dood geld (rente uit kapitaal) en uit
levend geld.
Dood geld is voor de gemeente Simonshaven een belangrijke bron van
inkomsten omdat het ledental door vergrijzing en overlijden steeds verder
 
zal afnemen en het aantal kerkbezoekers waarschijnlijk evenmin stijgt,
eerder afneemt, waardoor het levend geld afneemt.
 
Levend geld wordt gegenereerd uit collecten, giften, vrijwillige bijdragen
etc. Zoals hierboven reeds opgemerkt zullen deze inkomsten door
vergrijzing/overlijden niet stijgen.
 
De verhouding dood geld/levend geld is ongeveer 1:1.
 
Ad D: Uitgaven
De uitgaven zijn sedert enkele jaren hoger dan de inkomsten. Van het
regionaal college voor de behandeling van beheerszaken is, onder
bepaalde voorwaarden, toestemming verkregen voor aanvulling van het
tekort door de Diaconie tot een maximum bedrag van € 15.000,— per
jaar. Het college van kerkrentmeesters streeft er uiteraard naar het tekort
zo laag mogelijk te houden.
 
Wat het onderhoud van de gebouwen, de begraafplaats en het orgel
betreft het navolgende:
- het klein onderhoud van de gebouwen kan worden betaald uit de
  rente-inkomsten van ofwel het kerkrentmeesterschap, ofwel het
  Restauratiefonds. Eventueel groot onderhoud moet worden betaald uit
  het kapitaal van één van beide;
- de kosten van de begraafplaats worden voldaan uit het fonds dat is
  gevormd ten behoeve van de begraafplaats. Het fonds wordt gevoed
  door in rekening gebrachte bedragen voor onderhoud en verlenging
  van grafrechten;
- onderhoud aan het orgel wordt verricht door een gespecialiseerd
  orgelbouwer.
 
Ad E: Toekomstvisie voor de komende 5 jaar
Getracht moet worden de inkomsten uit levend geld op minimaal hetzelfde
niveau te houden. Gedacht wordt over een andere wijze van inning van
vrijwillige bijdragen, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij de landelijke actie
"Kerkbalans", in de hoop dat dit mensen stimuleert om hun bijdrage te
verhogen.
Doordat het kerkbezoek vanwege de leeftijdsopbouw van de leden niet zal
stijgen, maar eerder zal afnemen, is een hogere opbrengst van de
collecten in de eredienst niet te verwachten.
 
Doordat het tekort niet in mindering strekt op het kapitaal zullen de
inkomsten uit dood geld ongeveer gelijk kunnen blijven.
 
 
 
Simonshaven, 18 januari 2019
 
 
F. van Mourik
Secretaris

Th. Lourens
Voorzitter
terug